In mijn bus zitten kinderen met rugzakjes zoals dat heet. Ze hebben allerlei diagnoses waardoor ze aanspraak kunnen maken op extra voorzieningen die hen ondersteunen in hun ontwikkeling. Van speciaal onderwijs tot therapie tot vervoer van en naar school. Dat laatste doe ik dus. Er is een hiërarchie in diagnose. De Adhd’ers staan boven aan, wat ook niet verwonderlijk is. Met hun extroverte natuur worden ze al snel door de andere kinderen gezien als de aap op de rots. Vooral door kinderen met autisme. De definitie van de kinderen met ADHD voor iemand met autisme is: het moet altijd zoals hij het wil anders gaan ze “flippen”, betweter wanneer ze op alle slakken zout leggen, of kleinzerig wanneer ze niet tegen een grapje of een speels bedoelde duw kunnen.
Ofschoon veel ouders het op prijs stellen als wij rekening houden met de diagnose van hun kind, mogen deze gegevens niet zo maar gedeeld worden vanwege de wet Privacy en Persoonsbescherming. Bij sommige kinderen is de diagnose ook niet eenduidig. Zo is er een kind in mijn bus die onmiskenbaar trekken vertoont die vrij vertaald overeen komen met het hierboven geschrevene maar zo ver ik weet heeft hij geen diagnose autisme en zijn de deskundigen er ook niet over uit heb ik begrepen van de ouders. Ik hou me niet bezig met medische of psychologische diagnoses. Volgens mijn beroepsmatige kennis vanuit de kinesiologie vertoont dit kind ongeïnhibeerde primaire reflexen in de hersenstam, en wel het tegelijkertijd manifesteren van de Terug trek reflex en de Moro reflex. Als deze reflexen niet geïnhibeerd zijn, dat wil zeggen niet onder controle gebracht zijn en geïntegreerd worden met hoger gelegen hersendelen, te weten het limbische systeem (emoties) en cognitieve hersenen (denken en gecontroleerde bewegingen), is dit kind overgeleverd aan ongecontroleerde reacties vanuit de hersenstam, het deel van het brein waar de overlevingsfuncties zitten: bloeddruk, hartslag en ademhaling. Na de 2 hierboven genoemde reflexmatige bewegingspatronen zijn er nog meer reflexen die volledig tot ontwikkeling dienen te komen en te inhiberen. Dit is nodig voor de neurologische ontwikkeling van het kind en staat aan de basis voor een optimaal fysiek, emotioneel en cognitief functioneren. Als dit niet volledig gebeurt, is dit kind continu aan het overleven omdat hij de prikkels niet kan verwerken, daardoor vol loopt en overprikkeld raakt wat dan vervolgens het volgende overlevingsreflex in werking stelt. Hierdoor ontstaat er intern een neurologische chaos.
De ouders van bovengenoemd kind zijn dagelijks ontzettend veel energie en tijd kwijt om deze chaos en overdruk weer enigszins af te laten vloeien. Ze bieden veel structuur, geven ruimte aan zijn frustratie en verdriet, en hebben veel geduld om iedere keer weer opnieuw uit te leggen waarom de dingen gebeuren zoals ze gebeuren in het sociale verkeer en wat er van hem verwacht wordt. Emotie management is het sleutelwoord. Het werkt goed maar er zit 1 nadeel aan. Het komt er op neer dat dit kind iedere keer weer opnieuw te horen krijgt hoe hij zich dient aan te passen aan de sociale normen van de groep terwijl hij fysiek (neurologisch) daar eigenlijk niet toe in staat is. Zijn overlevingsreflexen staan nl “aan” en hoeveel rekening je ook met hem houdt, wat je ook tegen hem zegt of doet, hij raakt snel overprikkeld. Daar lijden dan eigenlijk de andere kinderen ook onder want het is vrij normaal dat kinderen lachen, spelen, rennen, praten, duwen, ruziën en een hoop hebben af te reageren als ze uit school komen. En ik kan niet anders zeggen dan dat ik op dat vlak veel erger en intenser heb mee gemaakt. De andere kinderen die ik dit schooljaar in mijn bus vervoer, gedragen zich niet extreem en zijn best goed aanspreekbaar.
Kortom, ik heb erg met deze jongen te doen want zijn onbedwingbare impulsen in reactie op al die overprikkelingen zijn enorm.
- Hij wil met rust gelaten worden
- Hij schreeuwt dat hij een hekel heeft aan degene die hem pest met zijn onaangepaste gedrag
- Hij schreeuwt ook tegen degene die hem probeert te helpen en te sussen
- Hij wenst de anderen dood
- Hij wenst zichzelf dood
- Hij rent weg en wil de bus niet in
- Hij zit snikkend van ellende achterin de bus en op de BSO of thuis verdwijnt hij in de afkoelkamer waar hij bij kan komen van al die impressies en belangrijker nog, ook tot zichzelf kan komen.
En dat laatste is dus wat mij zo’n zorgen baart. Los van al die dingen die hij uitschreeuwt, raakt hij iedere dag wel een keer zichzelf kwijt.
Ik had zelf al meerdere maatregelen genomen maar kon hem niet behoeden tegen het stiekeme pesten. Toen was voor mij de maat vol. Ik lichtte zijn ouders hierover in en mijn advies was dat dit kind eigenlijk niet langer “lastig” gevallen moet worden met zo’n overmaat aan prikkels die hij vanwege zijn fysieke constitutie toch niet kan verwerken. Al onze inspanningen leiden alleen maar tot nog meer frustraties omdat hij dagelijks aangesproken blijft worden dat hij degene is die moet leren “zich alles niet zo aan te trekken”. Dat kun je vanuit je cognitieve brein rationeel wel willen, maar zo lang die primaire reflexen vanuit de hersenstam blijven interfereren is dat een opgave die onevenredig veel energie kost en de (neurologische) ontwikkeling van dit kind in de weg staan. Zolang de PR niet geïnhibeerd zijn, vind ik dat dit kind in aanmerking komt voor kleinschaliger vervoer.
Helaas was dit op korte termijn niet te regelen met de gemeente, indicatie etc. Wat wel op korte termijn geregeld kon worden, was dat in de middag de meest dominante aap op de rots, in een andere bus naar huis zou worden gebracht. Dit bleek uiteindelijk bijna privévervoer te zijn met slechts 1 ander kind. Laat dat nou precies het type vervoer zijn wat ik eigenlijk het gepeste kind toe had gewenst. Maar omdat hij veranderingen slecht aan kan en ik zijn eigen vertrouwde bus chauffeur ben, is er voor gekozen hem bij mij in de bus te laten.
En wat gebeurde er tot mijn verbazing?
Met het weghalen van de meest dominante druktemaker hield het pesten op, ook van de andere kinderen. Er viel opeens zoveel stress weg. Het gepeste kind had bovendien veel geleerd en probeert zich het gedrag en de drukte van de anderen minder aan te trekken en dat lukt hem redelijk. Hij is niet echt autistisch in die zin dat hij ook sociaal is en toch graag bij de anderen zit maar hij kiest nu eieren voor zijn geld. Als het gezellig is, gaat hij bij de anderen zitten. Als het hem te druk wordt, gaat hij achterin zitten. Ook vertoont hij opeens veel minder klassiek autistisch gedrag. Hij neemt niet alles letterlijk, hij corrigeert niet meer de andere kinderen om ieder wissewasje, hij begrijpt grapjes en kan er om lachen, hij is beleefd en groet me vriendelijk als hij de bus verlaat, zegt tot morgen en zwaait me na. Kortom, hij heeft nu heel normaal sociaal verkeer met iedereen. Dat is voor het eerst sinds dit schooljaar.
Ik heb een blij kind gekregen. Dat maakt me blij.
Dat roept bij mij de vraag op: hoe vast liggen autistische kenmerken in het hele spectrum van autisme? Wie heeft ook dit soort ervaringen? Ik hoor ze graag.
En hoe is het afgelopen met de jongen die s middags met een andere collega mee gaat? Die vind het super cool om privé vervoerd te worden. Is hij ook sneller thuis. Win win !
Met dank aan onze planning en de afdeling klantenservice die mij als chauffeur altijd steunen en erg creatief zijn in het bedenken van oplossingen bij de afhandeling van klachten.