Daar ging het afgelopen week over. Van de week werd mijn vertrouwen op de proef gesteld toen de kinderen in de bus me vroegen of ze in de straat op en neer mochten rennen tot de lantaarn en weer terug. Ehhhh? Jaha, daar zeiden ze wat. Ik liet dat ook wel eens toe. Maar dan ging het om kinderen die ik kende en vertrouwde. Bovendien kon ik hen altijd met 1 oog in de gaten blijven houden.
Nu was dat anders. Deze kinderen kende ik niet. Druktemakers, dat waren het. Op een school voor zwak begaafden, dus ik wist niet wat ze wel en niet aan konden. Maar niet die met de agressieve inslag. Of de geinponems die het leuk vinden om hun chauffeur op het verkeerde been te zetten. Ze hadden gewoon teveel energie en konden niet lang stil zitten. Ze werden echter wel geacht dat te doen terwijl ik op de 2 resterende adressen druk bezig was met rolstoelen installeren en vastzetten. En daar had ik al mijn aandacht voor nodig. Ik reed niet op routine en de rolstoelkinderen konden niet praten, dus ook niet aangeven als iets niet goed zit. Dus nee, ze mochten van mij niet door de straat rennen. In plaats daarvan renden de 3 als kikkers uit een emmer alle kanten op. Een begon de haken waarmee de rolstoelen vastgezet moeten worden, los te maken en ergens anders neer te zetten. Daar ging mijn zorgvuldige voorbereiding waarbij met passen en meten 2 rolstoelen op de juiste plek vast gemaakt zouden kunnen worden. De ander begon de lift naar beneden te halen en nr 3 liep lekker in de weg en met tassen en gordels te slepen. Gut, heppik weer. Het waren helpertjes. Helpertjes met teveel energie. En daarom mochten ze kennelijk van hun vaste chauffeur wel de straat op en neer rennen. Ze beaamden dat.
Okee dan. Op het volgende rolstoeladres besloot ik in standje vertrouwen 2.0 te gaan. Ik kon ze niet met 1 oog in de gaten houden omdat ik volledig gefocust was op de rolstoelkinderen. Ik vertrouwde er op dat de 3 energie kanonnen keurig opgevoed waren door mijn collega, geen gekke dingen zouden doen en zonder gedoe meteen weer terug in de bus zouden komen. And so it happended.
Maar toch was ik van slag. The single point of focus was ik kwijt en prompt nam ik een verkeerde afslag. Niet dat dat zo erg was maar bijdehand als ze waren, vroegen ze wel waarom ik n blokje om ging. Ik zei dat ik was afgeleid door 3 rondspringende kikkers die steeds uit de emmer sprongen.
Adhd’ers zijn vaak ook beelddenkers dus uitleg was niet nodig. Dat waren wij zeker, stelde de opperhelper vast.
Na een korte stilte zei hij dat ze het niet meer zouden doen. Die belofte duurde maar kort. Bij de school sprongen ze weer op en renden rond om te helpen. Echter, regel nr 1 van de veiligheidsprotocollen: Passagiers mogen niet aan het busmaterieel komen, alleen de chauffeur mag dat.
Ik kon ze niet tegenhouden en zag aan de leerkrachten die hen opwachtten dat dit kennelijk normaal was. Ik gaf het op. Vertrouwen 2.0.
Ik kon ze niet tegenhouden en zag aan de leerkrachten die hen opwachtten dat dit kennelijk normaal was. Ik gaf het op. Vertrouwen 2.0.