Invalrit met middelbare scholieren, midden in het bos. Al vanaf de 1ste seconde zitten ze me te dissen. Ze willen mij hun naam niet vertellen, stappen niet in op 1 na, die duidelijk buiten de groep valt en die niks met de rest te maken wil hebben.
Op een gegeven moment ben ik het zelf zat. Ik laat de namen zitten en tel koppen en maak aanstalten om de deur dicht te gooien. In 3 tellen zit het juiste aantal personen in de bus en ik ga er maar van uit dat het de juiste personen zijn want zeg nou zelf: opgeschoten pubers willen, naast chauffeurtje pesten, zo snel mogelijk naar huis, toch?
Daarna begint de discussie over hoe te rijden en in welke volgorde die uiteraard totaal niet overeenkomt met wat ik op mijn scherm heb staan. Nou ben ik in de regel best bereid om af te wijken van de instructies op mijn scherm en te rijden zoals de groep aangeeft dat zij gewend zijn. De software is niet altijd up to date en de laatste tijd is de verkeerssituatie zo wie zo chaos in de regio waar ik rijd. Maar ik raak helemaal confuus van al dat getetter dus ik hak de knoop door met de woorden dat ik me aan mijn lijstje houd omdat ik: 1) zelf de route voor het eerst rijd, en 2) hen niet ken en dus niet weet waar ik op moet afgaan of vertrouwen, en daarom dan maar de regeltjes vertrouw, ook als het stomme regels zijn. 3) Als ik de route nog een keer moet rijden en hen inmiddels ken, ik wel zal durven afwijken van de regels, maar nu nog niet.
Gezien hun bravoure en grote mond ben ik erg verbaasd dat er niet echt geprotesteerd wordt. Ik verbaas me over de sfeer. Hun woorden, ofschoon af en toe beledigend naar mij, raken me niet, alsof ze over mijn hoofd vliegen. Ik realiseer me dat deze kinderen niet geaard zijn, geen houvast kennen, geen innerlijk kompas, en geen interesse in elkaar en hun omgeving. Het enige wat hen houvast biedt, zijn van buiten opgelegde regels. Vandaar kennelijk hun woordeloze instemming ofschoon ik er achteraf achter kom dat niks is gegaan tijdens die rit zoals zij het gewend waren en zoals het vertrouwd was. Het werd een drakenrit met omleidingen en zoektochten. Mijn collega die deze route als vaste route heeft, had niet voor niks eigenhandig de volgorde omgegooid. En terwijl de pubers achterin op hun eigen manier toch hun recalcitrantie uitten en hun gevoel van onbehagen dat alles anders ging dan anders, verbaasde het me dat ze de rit toch niet saboteerden door met elkaar op de vuist te gaan. In plaats daarvan richten ze gemeenschappelijk hun pijlen op mij maar ik reageerde nergens op, geconcentreerd als ik was om me niet het bos in te laten sturen. Ik probeerde juist UIT het bos te komen.
Opeens zegt één van hen: “Jongens, deze chauffeur doet heel normaal tegen ons. Laten wij ook maar normaal doen”. Daarna in alle rust en stilte de rit afgemaakt. Eindbestemming was een gezinsvervangend tehuis in het buitenveld. Hoe normaal wil je het hebben?