Zo gaat tenminste het spreekwoord. Ik heb er al eerder over geschreven. Maar iedereen die mikpunt is (geweest) van pesten weet dat het wel zeer doet natuurijk.Of je nou fysiek in elkaar geslagen wordt of structureel op je ziel wordt getrapt met feilloos gekozen woorden die je pijnpunten weten te raken, in beide gevallen doet het pijn en kan je jaren nadien er nog steeds last van hebben.
Tegenwoordig zijn veel woorden in de Nederlandse taal in de ban gedaan vanwege de emotioneel kwetsende lading die er op ligt. Ergens vind ik dat jammer omdat taal de geschiedenis van een cultuur en een volk laat zien. Het laat zien waar je vandaan komt en wat je als volk met elkaar hebt mee gemaakt. In goede en slechte zin. De slechte kanten verdoezelen door bepaald woordgebruik in de ban te doen, vind ik maar linguïstische armoe. Het lost het probleem van kwetsen en gekwetst worden niet op. Als je iemand wilt slaan, zul je altijd een stok vinden. Ik zie er meer heil in het onderliggende leed te healen door het naar boven te halen, bespreekbaar te maken en te erkennen. Zo is er een jongetje in mijn bus die behoorlijk dominant kan zijn en overal bovenop zit. Dat geeft de anderen niet zoveel ruimte. Om hem weg te duwen gaan die anderen nare dingen tegen hem zeggen in de hoop dat hij zich terug trekt zodat dat soms letterlijk weer wat lucht geeft om zelf adem te kunnen halen. Maar dat dominante jongetje laat zich niet wegdrukken, wegduwen, of wegschelden. Hij schelt gewoon terug en het wordt van kwaad tot erger. Ik kan wel ingrijpen door bepaalde woorden te verbieden of door simpelweg te zeggen dat er geen ruzie gemaakt mag worden maar dan is het wachten tot de volgende rit waarin het hele proces weer opnieuw begint. En ik haat herhaling. Herhaling is saai, stilstand, afwezigheid van vooruitgang, groei en ontwikkeling, oftewel voor mij een virtuele dood. Dus in plaats daarvan probeer ik de jongens lichaamsbewust zijn bij te brengen. Hoe dan ?
Door 2 vragen te stellen.
Wie voelt zijn stoel tegen zijn billen aan duwen ?
En wie voelt zijn billen tegen de zitting van de stoel aan duwen ?
Degene die zijn billen tegen de zitting van de stoel voelt duwen, zit stevig in zijn lichaam en is geaard. Degene die het gevoel heeft dat de stoel tegen zijn billen aandrukt, heeft het centrum van zijn aandacht buiten zijn lichaam, nl de stoel en is dus minder of niet geaard. Dat snappen de kinderen heeeeeeel goed. Ze vinden het zelfs een leuk spelletje.
Ik rond af met de opdracht dat iedereen terug moet naar zijn eigen lichaam. En dat brengt zonder uitzondering altijd direct rust.