Ik heb een tijdje een bullybus gereden. Wat een bezoeking. Een forse meid spande de kroon. Lagere school, islamitisch en ze zat op kickboksen. Dat laatste had ik dan weer niet verwacht van een meisje uit een islamitisch gezin. De andere islamitische meisjes in de bus droegen allen hoofddoekjes en zaten altijd stilletjes in de bus, te bang om zich te verroeren, laat staan iets te zeggen. Zij waren degenen die zo zwaar geïntimideerd werden en ik hoorde regelmatig verhalen dat bullygirl op het speelplein helemaal los was gegaan op iemand. Kickboksen leek me aan één kant heel goed om de ongeleide agressie van deze bully dame in banen te leiden maar aan de andere kant gebruikte ze dat wat ze leerde toch ook weer in de bus om anderen nog meer te intimideren en helemaal voor rot te stampen, vergezeld van bedreigingen die ze op YouTube had gezien van IS filmpjes. Niet fijn dus. Het werd tijd om eens een goed gesprek met de ouders aan te gaan. In dit geval haar vader. Ook al zo’n intimiderende uitstraling, zijn dochter had het niet van een vreemde kennelijk. Hij was traditioneel gekleed, armen voor de borst gevouwen, gesloten blik en een houding van jouw woord tegen het hare dus overtuig me maar. Terwijl ik zelf ook stijf stond van de adrenaline was ik op zoek naar mijn openingszin. Ik begon maar eens met groeten en me voor te stellen, iets wat ik in het heetst van de strijd wel eens kan vergeten. Hij reageerde zeker niet onvriendelijk. Hij zei juist dat hij verheugd was dat ik me persoonlijk kwam voorstellen. Dat was bemoedigend maar ik bleef me terughoudend voelen en ik bracht voorzichtig ter sprake dat er wel een reden was waarom ik met zijn dochter mee was gelopen om hem te spreken, nl haar gedrag in de bus.
Waarop zijn reactie was: “Nou, je bent de eerste want normaal word ik gebeld en daar hou ik niet van. Als er rottigheid is, wil ik dat die persoon me dat recht in mijn gezicht komt zeggen”.
Oeps ! Was dit een verkapt compliment ? Ik vond het in ieder geval prettig dat hij gewoon Nederlands sprak want dat is lang niet altijd het geval als je met ouders van leerlingen met een migratie achtergrond spreekt.
En ja hoor vervolgens kwam precies de opmerking die ik op voorhand al had gedacht: “Ze bellen zo vaak om te zeggen dat mijn dochter zich misdraagt maar het is hun woord tegen het hare”. Hij haalde schijnbaar onverschillig zijn schouders op en maakte zich nog groter. En hij was al zo’n grote man. Zoals ik hierboven al schreef: Defensief de armen over elkaar, overtuig me maar houding en mij niet aankijkend. Wetende dat dat laatste een teken van respect is, keek ik ook maar een beetje langs hem heen naar zijn dochter. “Tja, zei ik toen, misschien moet uw dochter zelf dan maar eens beginnen met te vertellen wat er allemaal gebeurd is onderweg”. Hij keek zijn dochter vervolgens vorsend aan. Ze spraken onderling Marrokkaans. Ik had haar nooit eerder zo timide gezien en met zo’n zachte stem horen praten. Wat ze zei, verstond ik dus niet maar daarna stuurde hij zijn dochter naar binnen. Hij bedankte me dat ik naar hem toe was gekomen en gaf mij zijn telefoon nummer. Als er in de bus onderweg weer gedoe was, moest ik hem bellen. Een beetje beduusd liep ik terug naar de bus, onder de indruk dat deze meid dus wel degelijk goed gemanierd kon zijn maar dat daar kennelijk de nodige autoriteit voor nodig was. Zij had al zo vaak aangegeven dat “Jullie Nederlanders” van die softies waren dat ik me ernstig af vroeg of haar gedrag niet gewoon een manier was om me uit de tent te lokken. De andere kinderen waren voor de verandering een keer rustig blijven zitten, in plaats van vechten, uit de bus springen of weglopen. Nee, met de neuzen tegen het raam hadden ze toe staan kijken want ze wilden wel eens zien hoe ik dat ging aanpakken. Ze waren ook reuze nieuwsgierig of hun reisgenootje straf had gekregen. Dat kon ik niet feitelijk beantwoorden maar ik hield ze voor: “Wat denk je zelf als je zo naar binnen wordt gestuurd”. Dat was een bevredigend antwoord voor ze.
Het ging sindsdien een stuk beter maar de betreffende dame wist op allerlei andere manieren rottigheid uit te halen, o.a. door dingen te zeggen die ik niet kon verstaan en waarvan ik later de vertaling hoorde van de andere kinderen. Ik vroeg me moedeloos af of het ooit nog goed komt als er zulke dingen gezegd worden, zo’n grote taboes die onderdrukt worden, waar je gefrustreerd van raakt en die je vervolgens op anderen afreageert. Dat was zo erg dat ik dat niet eens bij haar vader durfde te melden want dan wist ik zeker dat ze de “riem zou krijgen”. Eén van de vele ontboezemingen die je en passant ook te horen krijgt. Ja, ja, je hoort heel wat gedurende zo’n schooljaar.
En dan haar broertje. Ook zo’n pestkop. Echter alleen onder aanvoering van zijn zus. Als hij alleen was, was hij veel zachter en liever. En emotioneel sociaal niet zo snugger ontdekte ik. Zijn zus was inmiddels al naar de middelbare school dus hij was een stuk rustiger nu. Maar toch zat hij één specifiek jongetje de hele tijd onder de huid door opmerkingen te maken over vaders, waarop dat jongetje antwoordde dat hij geen vader had. Hij bleef dan dooretteren met opmerkingen dat íedereen een vader had. Het betrof een jongetje uit Eritrea of die regionen en we weten allemaal dat daar geen frisse dingen gebeuren. Moeders met kinderen alleen zonder man in Nederland betekent meestal oorlogservaringen. Ik greep in en legde uit dat de vader van dit jongetje zoals ik het begreep overleden was. Maar bullyboy bleef doorgaan. Ook als hij dood is dan heb je nog steeds een vader, nl een dode vader, was zijn redenatie. Mijn god, was hij autistisch? Alles letterlijk nemen en dan ook nog op alle slakken zout leggen bij zoiets pijnlijks? Wat moest ik daar nou weer mee? Het geïntimideerde jongetje sprak minder goed Nederlands. Ik reed hem al sinds hij een kleutertje was met wegloop neigingen. Ik moest hem altijd goed vasthouden en tot de deur afleveren maar zijn moeder heb ik nooit gezien. Als ik aanbelde en zij de deur open deed, bleef ze verstopt achter een gordijn. Ze sprak geen woord Nederlands, ik zag enkel haar hand achter dat gordijn vandaan komen die het joch van me overpakte. Hij was een gevoelig kereltje die graag bloemetjes plukte. Hij beschreef de bloemen, de kleuren en zijn opgetogenheid daarover. Daar werd hij om uitgelachen. Vaak kreeg ik ze aan het eind van de rit, inmiddels slap en verlept maar het gebaar was er niet minder om. Inmiddels was hij ouder en afgehard en hij schreeuwde aardig terug tegen bullyboy maar je zag hem lijden. Hij zat met zijn handen over zijn oren te schreeuwen dat de ander moest ophouden en dat ze thuis niet mochten praten over zijn vader en ook niet over het feit dat hij niet meer leefde. Maar bullyboy wist van geen ophouden. Dit vroeg om een andere aanpak. Bus langs de kant van de weg en stoppen. Ik ging achter in bij de jongens zitten. Aan de gezichten van de kinderen was te zien dat ze een standje verwachtten. Ik vroeg bullyboy waarom hij iedere rit toch steeds over vaders begon te praten terwijl hij wist dat de ander daar overstuur van zou raken. Ik dacht dat hij dat deed om te pesten maar ik kwam er achter dat dat was omdat hij het echt niet begreep. Hij begreep het concept van een overleden vader en verdriet niet. Ik vroeg hem naar zijn eigen vader en vroeg of hij van zijn vader hield. Hij straalde en knikte enthousiast ja. “Kun jij je voorstellen wanneer je vader er niet meer is ?” Hij keek bedenkelijk. Okee, nog meer afschalen naar praktische voorbeelden. “Kun je je voorstellen hoe het is als je dadelijk thuis komt en papa is er niet om de deur voor je open te doen?” Oei, die kwam binnen. Hij begon een beetje treurig te kijken. ‘Kun je je ook voorstellen dat dat noooooit meer gebeurt?”, was mijn volgende vraag. Hij keek nog een stuk verdrietiger. “Dat voelt heel verdrietig he?”, zei ik tegen hem. Hij knikte bevestigend. “En kijk nou eens naar je buurman. Hoe kijkt die? Vind je dat hij blij kijkt?” Buurman zat nog steeds met gebogen hoofd en zijn handen over zijn oren. En toen ging er ergens een lichtje aan in het hoofdje van bullyboy. Nooit eerder heb ik zo’n aha-erlebnis zo duidelijk op iemands gezicht gezien. Hij heeft tijdens de periode dat ik hem nog reed nooit, maar dan ook nooit meer gesproken over vaders. Ik was onder de indruk.