Op het adres waar ik mensen met dementie naar de dagbesteding breng, is de aankleding van de ingang compleet veranderd. Je kunt niet meer door de deur naar buiten kijken. De hoofdingang heeft een grote afbeelding van een boom in volle bloesem en de deuren van iedere woon- of activiteit eenheid hebben een kleurrijke metamorfose ondergaan. Zo wordt beoogd dat de mensen die steeds weg willen lopen en dan verdwalen, binnen blijven omdat ze de uitgang niet meer herkennen, en binnenshuis wordt de eigen ruimte makkelijker herkend door het unieke uiterlijk van hun deur.
Het werkt goed heb ik mogen constateren want ook de mensen die wel naar buiten mogen omdat ze enkel voor de dagbesteding komen, kunnen nu de hoofduitgang niet meer vinden ofschoon ze zich nog wel de juiste richting herinneren van de zaal van de dagbesteding naar de hal. Fascinerend hoe zo’n brein werkt.
Ik vind het altijd zo sneu om te zien hoe deze mensen op zoek zijn naar herkenningspunten en ik hoop dat het innerlijk van de bewoners nu inderdaad rustiger wordt met deze aanpassing.
Mijn gedachten gaan terug naar de tijd dat ik in dezelfde instelling vrijwilligerswerk deed en een bewoonster ontmoette die continu boos riep dat ze naar huis wilde. Ze zat in een rolstoel. Niet dat ze niet kon lopen maar haar reflexen waren verdwenen. Ze is “vergeten” hoe ze de ene voet voor de andere moet zetten. Zittend in haar rolstoel had ze dat reflex nog wel en zo scharrelde ze steeds naar de deur en probeerde die open te krijgen. Ik ging bij haar zitten om te proberen haar te kalmeren maar niets hielp. Ze was echt boos en agressief. OK dacht ik, dit vergt een meer frontale aanpak. Toot, zei ik, (niet haar echte naam), jouw huis is er niet meer. Het is weg en daarom woon je nu hier. Ze stopte acuut met schreeuwen, keek me aan en zei verbaasd: “Oja echt waar?”
“En zelfs als het huis er nog wel is, dan is alles wat jij daar had nu weg omdat er andere mensen in wonen”, verduidelijkte ik.
Peinzend keek ze voor zich uit. “Wat we kunnen doen is in je hoofd reizen naar het verleden en dan gaan we terug naar het gevoel hoe fijn jij het had in dat huis”, stelde ik voor. Ik pakte haar hand en samen zaten we een beetje voor ons uit te mijmeren. Ik voelde verdriet voorbij komen van alles wat voorbij was en los gelaten moest worden.
Na een tijdje was ze volledig rustig en ik zei tegen haar: “Nou hoef je dus niet meer te zoeken naar je huis want binnen in je eigen hoofd kan je er altijd naar toe”. En dan zou je denken dat dit allemaal veel te cryptisch is voor mensen die al zo ver in het dementerende proces zitten. Geloof het of niet, ze wist precies waar ik het over had.
Maar er gebeurde nog iets anders. Met onze tijdreis naar het verleden waren ook een aantal lichamelijke reflexen weer geactiveerd. Ze stond op en wilde naar het toilet lopen. Een verzorgende die het zag schrok er van want deze dame was al jaren incontinent en had al jaren niet meer gestaan, en al helemaal niet zelf opgestaan. Ik heb ooit in een wetenschappelijk artikel gelezen dat ze het geheugen van ouderen kunnen verbeteren wanneer ze naar muziek uit hun eigen jeugd luisteren, in een ruimte die is ingericht zoals ze dat vroeger ook hadden. Het activeert iets in hun brein waardoor oude vermogens weer terug komen. Ik vermoed dat met onze innerlijke tijdreis hetzelfde is gebeurd. Wij waren op dat moment niet in de gelegenheid om te kijken of hier therapeutisch nog iets uit te halen viel. Dat was ook niet onze taak. Verzorgers helpen met aankleden en eten en vrijwilligers ondersteunen die taak met klusjes zoals tafel dekken en koffie zetten. Vanwege mijn voormalige studie-en beroepswerkzaamheden heb ik de neiging om analytisch te blijven kijken als ik zulke dingen meemaak. Allerlei therapeutische methoden en protocollen passeren in mijn hoofd de revue. Maar deze mensen zouden nooit de weg hebben gevonden naar mijn toenmalige praktijk omdat dit niet onder de mainstream therapieën valt. Het geeft me echter een enorme voldoening dat je als vrijwilliger met werken vanuit je hart ook veel kunt bereiken.