Toen ik huiskamer vrijwilliger was in een verpleeghuis voor demente bejaarden kwam ik op een gesloten afdeling. Daar zaten de bewoners wiens aftakelende proces al in een ver gevorderd stadium was. Die aftakeling is niet alleen mentaal dat ze dingen vergeten. Patiënten in een ver gevorderd stadium van Alzheimer “vergeten” ook fysieke functies. Ze weten niet meer hoe ze moeten lopen. Ook hebben ze geen gevoel voor oriëntatie meer en weten ze dus letterlijk niet meer wat voor en achter is. Ze snappen bepaalde gecoördineerde bewegingen niet meer zoals schoenen strikken of de juiste voet in de juiste broekspijp steken. Ze herkennen steeds minder mensen en op t laatst weten ze ook niet meer of ze kinderen hebben en hoe ze zelf heten. Met name bij vrouwen die altijd de achternaam van hun echtgenoot hebben gebruikt, is dat verwarrend. Ze reageren niet meer op de naam van hun man.Tevens verdwijnen normale autonome lichaamsfuncties zodat ze incontinent worden. Nog een fase verder kunnen ze niet meer goed slikken. Je ziet letterlijk ook het lichaam terug gaan naar de kindertijd.
Zo kwam het dat ik aan het voeteneind van een bed stond terwijl een verzorger de betreffende persoon koffie probeerde toe te dienen. Ik zeg probeer omdat van drinken geen sprake meer was. De slikreflexen waren zwak en ze zou bij vloeistof zich makkelijk kunnen verslikken en stikken. Daarom kreeg ze koffie met n lepeltje, aangedikt met een soort mayzena alsof t pap was. Deze persoon lag al 10 jaar als een kasplantje in haar bed en werd iedere ochtend met bed en al de huiskamer ingereden voor het raam zodat ze toch de sfeer van de huiskamer gezelligheid mee zou krijgen. Ik keek naar haar en zag een broze verschijning van iemand die vroeger heel mooi moet zijn geweest. Eigenlijk was ze dat nog steeds. De verzorger verzorgde haar heel liefdevol en vertelde me dat ze er al jaren zo bij lag zonder ook maar 1 reactie te geven op impulsen uit haar omgeving.
Opeens ging ze recht op zitten, strekte haar armen naar me uit en zij: “Moooooi.” De verzorger schrok er van. Hij kende haar dus enkel als kasplantje. Hij keek van haar naar mij en zei: “Oh wacht even. Hier is iets heeeel anders aan de hand. Ik laat jullie even alleen.“
Hij drukte me de koffiepap in mijn handen en ging weg. Ik voelde misselijkheid opkomen en kreeg de indruk dat deze mevrouw helemaal geen koffie wilde. Ik ging wat water halen en bevochtigde enkel haar lippen.
In gedachten vroeg ik me af waarom haar geest zo bleef hangen. Bezoek kreeg ze al jaren niet meer. Hoe triest is dat? Ze had geen enkele reden om nog te blijven. En dan haar reactie op mij. Dat was heel indrukwekkend. Ik voelde contact. Ik heb wel vaker mee gemaakt dat mensen die op sterven liggen vlak voor hun overlijden een fysieke opleving hebben, mentaal een helder moment krijgen, of zoals bij deze mevrouw, je als een verschijning zien en dan zo op je kunnen reageren.
Zoals ik het zag, werd zij, of eigenlijk haar lichaam, kunstmatig in leven gehouden terwijl haar ziel al aan de andere kant leek te zijn. Terwijl ik zo naast haar zat te mijmeren, stond ik stil bij het gegeven hoe belangrijk ik het vind dat er aandacht is voor stervensbegeleiding in plaats van iemand eindeloos in leven houden. Er leek een soort telepatische communicatie te ontstaan. Zo kwamen er vragen in me op als: Waarom blijf je zo aan je lichaam hangen? Ben je bang om dat los te laten? Bij geen enkele van die vragen, voelde ik ook maar enige onrust. Een gedachte die ook voorbij kwam was: “Je hoeft hier niet te blijven. Je kunt gewoon gaan. Ga maar naar het licht.” Dat laatste dacht ik er achteraan voor het geval de ziel van deze vrouw in de war was en “de weg kwijt”. Maar dat was uiteindelijk niet mijn impressie. Mijn impressie was dat ze als het ware zat te wachten op een soort van toestemming of aansporing. Dat wachten leek mij een ware lijdensweg ofschoon Tijd in de andere dimensie een heel ander begrip is.
Mensen gaan vaak zoals ze geleefd hebben. Een ongeluk of ziekte kan ons allemaal overkomen maar de een strijdt tot de laatste snik terwijl de ander in alle rust en overgave zijn laatste adem uitblaast. Deze dame leek dus op een soort van “toestemming” of “aansporing” te wachten dat het goed zo was. 2 weken later zag ik dat haar bed niet meer in de huiskamer stond. Ik hoorde dat ze was begonnen met koffie en voedsel te weigeren. Ze accepteerde alleen nog water. Het ging snel achteruit met haar en een oude jeugdvriendin stond daarbij aan haar zijde. Die kwam ik toevallig tegen in de keuken van de afdeling waar zij lag. De vriendin vond het zo fijn dat ze zo naast het bed van deze bewoonster kon blijven. Er was een hele aangename sfeer gecreëerd met muziek en fijn licht. Ze las een boek voor en voelde contact. De mevrouw is uiteindelijk in alle rust en liefde in aanwezigheid van haar vriendin overleden. Letterlijk over het lijden heen. Ik voelde daarna een enorme opluchting en ik weet nog steeds niet of ik mezelf voelde of haar.