Invalrit. Mijn 1ste passagiertje praat niet, maar loopt wel automatisch naar een stoel met verhogingszitje. Naarmate er meer kinderen in de bus komen, wordt ze onrustiger en begint tegen de stoel voor haar te schoppen. Hmmm, dat gaat een probleem worden voor diegene die daar komt te zitten dus ik zet haar op de voorste stoel zodat er niks meer tegenaan te schoppen valt. En ze heeft al die tijd nog steeds niks gezegd.
Bij het laatste adres lijkt alles nog donker dus ik stap uit om aan te bellen. Achter mij hoor ik geroep en geschreeuw en er valt iets hard op de grond. Ruzie en er wordt gesmeten met dingen. Altijd een dilemma als je even de bus verlaat om een kind aan de deur op te halen. Zolang de bus onder het zicht blijft, kan er niet zoveel gebeuren maar een klap is snel uitgedeeld bij ruzie tussen de achterblijvers in de bus. Ik blijf gefocused op de passagier bij wie ik nu aanbel. Jaren geleden toen hij nog een kleuter was, zat hij in mijn vaste vrijdagmiddagrit. Hij praatte toen niet en ik wist nooit of hij wel begreep wat ik tegen hem zei, of mijn woorden zelfs maar aankwamen. Hij kijkt mij aan, hij kijkt naar buiten en ziet een witte bus. Ik zie bij hem geen enkel teken van herkenning. Maar dan zegt hij: “Waar is je blauwe bus?” Verroest zeg, dat is al zo lang geleden dat ik zowat vergeten was dat ik 1 van de 3 chauffeurs was met een blauwe bus, tussen een paar honderd witte busjes. Dus hij weet nu, 5-6 jaar later, nog precies wie ik ben. Onderweg babbelt hij er op los. Hij vertelt me waar en hoe ik moet rijden en benoemt wat hij onderweg ziet. Later hoor ik van een collega hoe onhandelbaar hij kan zijn. Dat heb ik niet in mijn herinnering en ook nu speelt dat niet maar ik merk wel dat ik niet teveel moet zeggen en radio moet uit.
De 2 kinderen die ruzie hadden uit elkaar gehaald, met strikte instructies welke kant ze op moeten kijken. Naar buiten. Oftewel, niet naar elkaar. Ter afleiding spreek ik om de beurt een kind die onrustig wordt aan met een vraag en zo komt iedereen een keer aan de beurt om iets te vertellen. Nadat ik de hele groep heb afgezet bij school, blijft mijn passagiertje die als eerste was ingestapt nog over. Zij moet naar een lokatie waar ik nog nooit geweest ben. Het is geregeld zoeken bij instellingen voor speciaal onderwijs of opvang omdat vaak meerdere gebouwen samen op één terrein staan. Die hebben weliswaar hetzelfde postadres maar je zoekt je wezenloos naar het juiste gebouw als je er iemand met een warme hand moet afzetten. Je moet echt de juiste deur hebben waar je je passagier kan overdragen aan de hand van een leerkracht of begeleider. Kortom, je moet er simpelweg een keer geweest zijn om de weg te kennen, en de eerste keer is altijd gedoe.
Daarom deed ik toch een poging om te kijken of mijn niet sprekende passagiertje me kon helpen. Ik reed naar het adres waar vervolgens een heleboel gebouwen stonden en vroeg haar waar de deur was waar zij naar binnen moest. Ze wees. Phiew gelukkig, ze praatte niet maar dát wist ze dus wel 😅.
Vervolgens wil ze niet uitstappen en een scène dreigde. Hmmmm, misschien sta ik toch niet op het juiste adres. Het tweede dilemma al deze ochtend. De regels zijn duidelijk. Wij mogen kinderen nooit alleen achter laten. Maar omdat dit meisje weigerde uit te stappen en het op een gillen dreigde te zetten, besloot ik snel even naar binnen te wippen hetgeen slechts enkele meters van de bus was. Ik vertel haar dat ik even naar de receptie moet om te kunnen begrijpen wat zij precies bedoelt met haar vingerwijzing. Daar reageert ze niet op. Ze zit weer stil en zwijgzaam voor zich uit te kijken. De bus doe ik op slot, wetende dat ze de deur nooit zelf open kan krijgen.
Ik blijk dus bij de verkeerde school te staan. En zelfs op het verkeerde terrein, ik moet terug naar de hoofdweg. Maar hemelsbreed staan de 2 gebouwen zichtbaar pal naast elkaar en klopte de richting waarin het meisje had gewezen toen ik haar vroeg bij welk gebouw we moesten zijn. Maar er zit een hek tussen de 2 gebouwen en díé is niet zichtbaar tussen de struiken en bomen. Terug bij de bus, prijs ik haar dat ze in de goede richting had gewezen. Ze reageert met een zweem van een glimlach, ook een beetje opgelucht misschien dat deze vreemde chauffeur verder geen vreemde dingen van haar verwacht zoals uitstappen bij de verkeerde deur. Eindelijk voel ik een soort van contact. Dat is mijn beloning van die dag. Ik ben blij dat ik meteen geluisterd heb naar haar woordeloze weigering om uit te stappen.
Terwijl ik het terrein afrijd, kom ik een collega tegen met wie ik jaren terug dagelijks samen heb staan wachten bij de schoolhekken van een andere school. We zwaaien. 10 minuten later kom ik hem weer tegen, ook bij de school op het andere terrein. Hij kwam daar ook voor het eerst. Same mistake 😂.