In de serie Kijk en Leer is een nieuwe aflevering begonnen.
In mijn begin periode bij mijn huidige werkgever reed ik voor een andere gemeente. Ooit zag ik daar een artikel in het lokale suffertje waarin stond dat die gemeente vond dat het bedrijf waar ik voor rijd het meest autisme vriendelijk is. Eén van de moeders had toen tegen mij gezegd: “Dat gaat over jou want ik heb tegen de gemeente gezegd dat als er dingen mis gaan in de bus, het zeker niet aan jou ligt. Ik heb ze verteld dat die chauffeur haar stinkende best doet”. Dat was ook zo. Altijd. Nog steeds. Maar hoe vleiend het ook is om dat te horen, wij doen ons werk natuurlijk niet alleen. Zonder je collega chauffeurs en een planning die achter je staat, bereik je als individuele chauffeur ook niet veel. De communicatie was in die tijd raar geregeld vond ik zelf. Het was een overgangsperiode waarin er steeds meer zaken bij de chauffeur weg werden gehaald. Dit om frictie tussen passagiers of ouders met chauffeurs minimaal te houden bij eventuele klachten. Maar een afdeling klantenservice was er nog niet. Bij een klacht in het leerlingenvervoer ging je als ouder naar de planner of naar de betreffende gemeentelijke ambtenaar. De ambtenaar bedacht ook vanachter het bureau een oplossing. En dat maakte dat ik mijn eigen straf en beloningssysteem kwijt was en ik in die betreffende bus helemaal niks meer klaar speelde. Dat gebeurde dankzij een achterbaks etterbakje in de bus. Een beginnende puber die met zijn moeder wel een heel erg hechte band had. Te hecht als je het mij vraagt. Hij kreeg nooit de kans om dingen te leren door fouten te maken en daar ook gewoon de consequenties van moest leren dragen. In plaats daarvan probeerde zijn moeder overal controle op te houden. Toen het steeds minder goed lukte omdat die puber op alle fronten de grenzen opzocht en haar ook letterlijk boven het hoofd begon te groeien, probeerde ze via de planning controle te krijgen over het reilen en zeilen in de bus. En toen dat niet lukte, haalde ze de gemeente erbij.
En zo kwam het dat er een gemeentelijke ambtenaar vanachter zijn bureau bepaalde wie er (niet) naast wie mocht zitten in de bus. Het resultaat was verrassend. Niet omdat dat systeem werkte maar omdat ik mijn frustratie en woede moest inslikken over het feit dat ik me gepasseerd voelde, en zowat stikte van verontwaardiging. En met mij alle andere kinderen. “Wie is hier nou eigenlijk de baas in de bus?” vroegen de andere kinderen toen aan me. Ik kon niet veel anders doen dan mijn schouders ophalen. Mijn baas wilde ik niet afvallen, me uitlaten over die ene moeder al helemaal niet dus ik zei enkel: “Ik in ieder geval niet. Zo zie je maar, ook grote mensen moeten soms net als kinderen luisteren naar wat ze verteld wordt, ook al vind je dat oneerlijk”. Vanaf dat moment zwegen ze met zn allen de grootste klierbak van de bus dood. Maar na een tijdje had het vriendje van de klierpuber er genoeg van en wilde hij weer naast hem kunnen zitten. Aangezien dat van hogerhand niet mocht, ging dat vriendje op een andere manier weer klieren om zijn zin te krijgen. Ze konden nl niet met en ze konden niet zonder elkaar en zijn bij mijn weten nog steeds elkaars beste vriend. Maar zoals gezegd was ik mijn eigen beloning en strafsysteem kwijt. Wie zich niet netjes gedroeg, zette ik bijv voor straf als laatste thuis af, of moest diegene juist ver weg achterin in zijn eentje gaan zitten. Er restte mij niets anders dan zelf een klacht in te dienen bij onze planning en dan hoorde het dus bij dit systeem dat de planners ook de oplossing bedenken. Meestal betekent dat dat de boosdoener uit de bus wordt gehaald en dus moest ik aanwijzen wie dat was. Maar dat kon ik niet. Ik kon wel zeggen wie dominant waren en wie volgers, wie extroverte stuiterballen en wie introvert en verlegen, maar nooit in termen van oorzaak en gevolg en schuld. Je hebt te maken met een groepsdynamiek. Dus ik beschreef de dynamiek en welke lessen ieder daar uit haalde en hoe de processen in de groep zich ontwikkelden. Ik heb per slot van rekening als huishoudwetenschapper een sociologische achtergrond. En ik was dus ook aan het opvoeden in de bus. Maar in het nieuwe rijden werd ik niet meer geacht mee op te voeden, leren hoe je je hebt te gedragen tegenover medepassagiers, ik moest enkel rijden van A naar B en wel zo efficiënt mogelijk. Geen gedoe onder weg en niet omrijden etc.
Dit schooljaar heb ik met een hele andere groepsdynamiek te maken. Of dit nu van hogerhand kosmisch zo geregeld is door de law of attraction (zie andere blogs hierover), of dat de planning dacht: “Deze chauffeur schrijft veeeeeel te lange brieven. Daar hebben wij geen tijd voor en proberen we dit jaar te voorkomen”, zal ik nooit kunnen zeggen. Feit is dat in deze groep de kinderen heel anders met elkaar omgaan. Het HSP jongetje legt uit aan ADHD jongetje dat hij wel met hem wil spelen maar niet 300x door hem gebeld wil worden, en wat de consequenties zijn wanneer hij dat wel doet. ADHD jongetje kan echter zijn neigingen niet bedwingen dus ik meng me in hun gesprek en leg hem uit dat het misschien lukt als hij leert zich af te stemmen op de ander zodat je kan aanvoelen wanneer het wel en wanneer het niet uitkomt. Als voorbeeld geef ik dat het HSP jongetje ‘s ochtends nooit goedemorgen zegt. Niet omdat hij onbeleefd is maar omdat hij gewoon nog even wakker moet worden. Ik laat hem dan ook altijd maar even en geef ADHD het advies hetzelfde te doen. Dat snapt ADHD een beetje. Hij vraagt daarom aan HSP op welke dagen hij hem mag bellen. Hmm, dat is nou het moeilijke aan afstemmen op gevoel. Dat wisselt. Dat vindt ADHD toch wel ingewikkeld. Hij vraagt daarom aan mij of ik hem tot de orde wil roepen als hij te druk is. Hij wil hetzelfde als bij zijn vorige bus chauffeur. Die gaf aan wanneer hij 10 minuten zijn mond dicht moest houden. Wat ? 10 minuten ? Dat is lang ! Maar goed, dat is wat hij gewend is en waar hij behoefte aan heeft. Kijk en Leer. Dit is opvoeding 2.0. Het kind geeft zelf aan op welke manier hij aangestuurd wil worden. Dat verschilt per kind. De een vraagt om uitleg, de ander wil simpele instructies. Wat het ADHD jongetje ook van zijn vorige bus chauffeur heeft geleerd, is dat hij bij het verlaten van de bus de chauffeur altijd netjes bedankt voor het thuis brengen. Ik zet hem altijd als laatste af en het bedankje die hij me dan nog onder enthousiast nazwaaien toeroept, is zooooo anders thuis komen voor mij. Hij meent het ook. HSP heeft het trouwens over genomen ofschoon hij er nooit bij is als ADHD als laatste uitstapt. Maar hij voelt het. Daar is hij HSP voor. Je doet dit werk niet alleen. Opvoeden doen we toch wel en ik heb ook profijt van wat de kinderen weer van elkaar en bij collega’s opsteken. Wordt vervolgd ;).