Laatst moest ik denken aan de documentaire maker Bruce Parry die de wereld rondreist om sjamanen en traditional healers te ontmoeten. Ik zag een keer een aflevering waar hij een dorp bezocht met een vrouwelijke sjamaan die een heel afgezonderd bestaan leidde. Ze werd enkel bezocht door haar dorpsgenoten als die een probleem hadden of als ze een jacht of iets dergelijks wilden laten inzegenen. Zo ook de keer dat Bruce met de mannen van het dorp mee zou gaan. Ze voorspelde een goede jacht behalve voor die Witte, die zou met lege handen terug komen.
Het commentaar was heerlijk droog op zijn Brits. “Je hoeft geen helderziende te zijn om te voorspellen dat ik niet kan jagen”, waren Bruce’s woorden. “Maar”, vervolgde hij, “verplaats je eens in haar positie. In haar wereld kan iedere jongen ouder dan 5 jaar die een pijl en boog kan vast houden een vogel uit een boom schieten. Vanuit dat perspectief gezien is het wel degelijk bijzonder te noemen dat deze vrouw over de rand van haar eigen culturele werkelijkheid kan kijken en daarom onderscheidt ze zich van haar dorpsgenoten. Zij ziet helderder !” Wat een mooie uitleg van helderziendheid.
Zoiets ervoer ik met één van de ouders die ik iedere ochtend zijn kinderen zie afzetten bij de scholen waar ik ook kom. Net als bij iedere andere Nederlandse school, is het ook bij de Arabische school een enorm gekrioel van ouders die hun kinderen naar school brengen. De meeste vrouwen zijn in het zwart en dragen hoofddoekjes, de meeste mannen een lang wit gewaad en hebben een lange baard. Maar niet iedereen. Eén meneer valt me op omdat hij er zo gedistingeerd uit ziet in zijn grijze Europese kostuum. Ik fantaseer altijd over zijn beroep. Ik hou het op een professor of rechtsgeleerde, voorheen misschien wel aan een universiteit uit het Midden Oosten. Als een heat seeking missile word ik altijd naar hem toe getrokken. Ik stapte een keer uit de bus om de Syrische kinderen bij die school af te zetten, precies op het moment dat hij voorbij liep. We botsten bijna tegen elkaar op. En dat in deze tijd waar het toch het nieuwe normaal is geworden om meer afstand te houden als je elkaar passeert. Maar hij leek het amper te merken. “Een dromerige professor”, voegde ik in gedachten toe aan mijn waarneming.
Vandaag zag ik hem ook bij de andere school waar ik de 2de lading kinderen naar toe breng. Weer passeerden we elkaar rakelings. Ik reed langs de geparkeerde auto waar hij net in wilde stappen aan de passagierskant. Hij had zijn kinderen kennelijk net bij het schoolhek afgezet en liep terug naar de auto waar zijn vrouw achter het stuur zat te wachten.
Ik opende mijn raam, groette hem en zei dat ik hem net ook al zag bij de Arabische school. Hij begreep mij niet meteen want ik sprak de naam van die school kennelijk helemaal verkeerd uit. Maar toen ging een lichtje branden en hij corrigeerde me in de uitspraak. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en was zo brutaal om tegen hem te zeggen dat ik me steeds afvroeg wat hij voor beroep had. Hij begreep het niet. Ik formuleerde het wat concreter en zei dat ik dacht dat hij een professor of een leraar was omdat hij er zo gedistingeerd uit ziet, waarbij ik ook een gebaar maakte met mijn handen. Weer leek hij mij niet te begrijpen en ik twijfelde even. Zou hij toch geen Nederlands spreken? Zo klonk het niet uit de 2 korte zinnetjes die hij me had toe gesproken. Dus ik formuleerde het nog directer door hem op de man af te vragen wat zijn beroep was. Daar reageerde hij wel op. “Wiskunde leraar”, was zijn antwoord. “Zie je wel, een professor”, riep ik! En toen kwam er een gezichtsuitdrukking op zijn gezicht alsof al mijn eerdere opmerkingen op hun plek vielen. “Intuïtie”, zei hij terwijl hij me toeknikte en me verrast met een big smile toegrijnsde.
Toen dacht ik aan de woorden van Bruce Parry. Als je zag hoe deze erudiet uitziende man er bij liep en hoe hij door zijn westerse kleding opviel tussen al die andere Islamitische ouders, hoef je geen helderziende te zijn om te vermoeden dat deze meneer een docent is :). Maar hijzelf vond mijn “intuïtie” hoogst verrassend. Vanochtend zag ik hem weer, hij mij ook. Hij zwaaide. De dromerige professor was even uit zijn wereld gestapt en maakte contact. We hebben een bondje nu. Dat vind ik leuk, zo langs mijn route iedere dag dezelfde mensen tegen komen die ik niet ken maar met wie ik een zwaai relatie opbouw.