Sommige kinderen zijn echt geboren sterretjes, lichtwezens die iedere keer wanneer ik ze rijdt mijn dag verlichten en ook in gewicht lichter maken. Ik voelde me na zo’n rit vaak energieker, gesteund, gedragen, getroost, lichter, vrolijker, etc. En dat bezorgde me in mijn hoofd wel even een twist omdat het om redelijk zwaar gehandicapte kinderen gaat waarvan ik altijd uitging dat zíj́ degenen zijn die door mij gedragen, gesteund etc, kortom verzorgd zouden moeten worden.
Een er van was een jonge puber die spastisch was en bijna altijd goeie zin. Als er sprake was van spanningen kon hij epileptische aanvallen krijgen. Bv als zijn ouders een verschil van mening hadden. Niet dat dat nou meteen ruzies waren maar zijn brein kon kennelijk de tegengestelde standpunten niet verenigen of verwerken en dan kreeg hij kortsluiting. Een epileptische aanval dus. Zijn reisgenootjes met wie hij al jaren samen vervoerd wordt, waren daar bekend mee. Als hij weg viel dan waren ze meteen heel zorgzaam naar hem zodat ik er op geattendeerd werd dat er iets aan de hand was. Meestal waren het lichte aanvallen en kwam hij na een paar minuten vanzelf weer bij.
Eén zo’n aanval staat me nog helder bij omdat die mijns inziens direct gekoppeld kon worden aan een dilemma waar ik in zat. Geen zwaar dilemma maar wel een situatie waarin de keuze naar links of naar rechts was, iets er tussen in was niet mogelijk. Ik werd onder het rijden nl gebeld door de planning of ik een extra rit kon rijden. Helaas had ik een afspraak dus ik zei nee. Toch voelde ik me er vervelend onder want ik voelde de spanning van de planner door de telefoon heen. Hij had er kennelijk moeite mee iemand te vinden die die plotselinge rit kon uitvoeren. Nadat de verbinding verbroken was, bleef ik een tijdje dubben of ik mijn privé afspraak zou afzeggen. Hoe graag ik de planner ook uit de brand wilde helpen, eigenlijk wilde ik liever mijn eigen afspraak handhaven. Ik voelde me er wel schuldig onder en daardoor raakte ik inwendig in een spagaat. Ik werd me daar pas bewust van toen ik mijn sterrenkind, hoog sensitief als hij was, voor mijn ogen zag wegzakken. Wetende dat hij altijd zo’n supporter is, riep ik uit: “oh, ik zie dat je “kortsluiting” krijgt van de spagaat die ik nu voel. Maar dat is helemaal jouw probleem niet en hoef jij niet op te lossen. Ik zit te dubben over iets omdat de planner mij iets vroeg maar het wordt vast opgelost. Jij hoeft het in ieder geval niet op te lossen”.
Bijna instantly opende hij zijn ogen en kwam weer langzaam overeind en keek me helder aan. Ik vroeg me verwonderd af of mijn woorden in zijn absence tot hem doorgedrongen waren. Het leek er wel op. Wat kunnen woorden toch krachtig zijn als precies het goede gezegd wordt. Het is de verbale vinger op de zere plek leggen waardoor er instantly iets oplost. Ook bij mij, door de manier waarop hij me aankeek.
Echt verbaal communiceren kon deze jongen nl niet. Maar naast zijn gebruikelijke opgewekte uitstraling voelde ik nu toch iets wat op een soort opluchting of dankbaarheid leek. Dus ik vroeg hem of hij zich vaak druk maakte om anderen en hun problemen. Het enige wat hij kon, was kijken en de uitdrukking in zijn ogen zal ik nooit vergeten. Zo veel helderheid en intelligentie. Ik zag aan zijn ogen dat hij mijn vragen begreep. Ik legde hem uit dat we allemaal zo onze eigen beperkingen en uitdagingen hebben. En als het je teveel wordt om iemand te helpen dan moet je leren nee zeggen, net zoals ik net deed bij de planner. Maar dat dat niet betekende dat de kwestie dan ook gelijk uit je systeem is, getuige mijn innerlijke tweestrijd, die hij ook had opgemerkt. Dat we daarin dus eigenlijk niet zoveel van elkaar verschilden. Op dat moment voelde ik innerlijke rust over me heen komen. Ik was zo dankbaar dat ik via dit sterrenkind mijn eigen schuldgevoel over nee zeggen opeens opgelost leek te hebben. Dat vertelde ik hem ook en hij keek mij weer op zijn gebruikelijke stralende manier aan.
Opeens viel ook de externe spanning weg. Ik vermoed dat dat het moment was waarop de planner een chauffeur had gevonden voor zijn rit. Ook dat benoemde ik naar hem toe in de hoop dat hij gaat leren onderscheiden wat van hemzelf is en wat van een ander zodat hij misschien beter kan “kiezen” wat hij langs zich af wil laten glijden en wat niet. Misschien scheelt dat in epileptische aanvallen. Het is zo heerijk om dit soort subtiele gevoelssensaties te kunnen delen met iemand die dat totaal niet gek vindt.