Er schijnt bij de gemeente weer n nieuwe ronde te zijn geweest waar indicaties werden afgegeven voor het vervoer van dementerende ouderen naar de dagbesteding. Ouderen die eigenlijk niet meer alleen zelfstandig thuis kunnen wonen maar ook weer niet naar een verpleeghuis hoeven. Ze hebben aanspraak nodig, een warme hap, en iemand die kan signaleren hoe het gesteld is met hun algemene welzijn, zodat er actie ondernomen kan worden als er iets aan de hand is. Kortom, dat is wat de activiteiten begeleidsters van de dagbesteding doen, naast hun werk als activiteitenbegeleiding. En nou blijkt dat bij de diverse instellingen voor een aantal van mijn passagiers hun indicatie voor vervoer naar de dagbesteding is ingetrokken. Ook daar gaan de activiteitenbegeleidsters achteraan. Om bij de gemeente die beslissing terug te draaien. Daar gaan echter een paar weken over heen. Het schijnt heel ingewikkeld te zijn om in te zien dat deze mensen niet zonder eten kunnen en niet in staat zijn, op eigen gelegenheid naar de dagbesteding te komen. Niet alleen vanwege hun dementie maar ook vanwege fysieke beperkingen. Daar zijn diverse lagen en bureau’s van ambtenaren voor nodig.
De activiteitenbegeleidster had in de ochtend zelf de deelnemers met de ingetrokken indicatie opgehaald maar ‘s middags had ze geen gelegenheid daartoe. De vraag was of ik toch deze personen mee wilde nemen. Ik werd acuut licht in mijn hoofd. Goed door ademen zei ik tegen mezelf. Al die tijd had ik nog niks gezegd en de begeleidster van de dagbesteding ratelde maar door. Ze had mijn werkgever al gebeld hierover maar die had geweigerd in te stemmen met vervoer zonder indicatie = toestemming van de gemeente. Omdat de passagiers dan niet verzekerd zijn, werd gezegd. Dat is helemaal waar, maar de echte reden is natuurlijk dat er zonder indicatie niet betaald wordt want de gemeente is de feitelijke opdrachtgever. Mijn werkgever is geen filantropische instelling en weet redelijk goed het hoofd boven water te houden in een keiharde zakelijke omgeving waar het ene na het andere vervoersbedrijf over de kop gaat omdat ze hun aanbestedingen niet kunnen binnenhalen of verlengen. Kortom, voor niets gaat de zon op. Vroeger werd nog wel eens een oogje toe geknepen, maar op de weg naar professionalisering laat mijn werkgever zich niet langer (ver)leiden door zielige verhalen en schrijnende situaties.
Daar sta je dan als werknemer op de laag waar de feitelijke arbeid wordt verricht. Waar ze in de zorg spreken over de handen aan het bed, hebben wij het over de handjes aan het stuur. Ik denk aan mijn zus die in de thuiszorg werkt en in 2 uur tijd geacht wordt een heel huis schoon te maken. Een onmogelijke opgave, en na haar werktijd gaat ze dan ook gewoon door en neemt ook nog de was van haar client mee naar huis om die de volgende keer schoon opgevouwen mee terug te nemen. Iets vergelijkbaars deed ik toen diezelfde activiteiten begeleidster in Corona tijd mij privé opbelde en vroeg of ik 1 van de deelnemers die positief getest bleek te zijn naar huis wilde brengen. Ze kreeg het nl niet officieel geregeld, of ze had het bedrag uit haar budget niet tot haar beschikking. Whatever. De stress gierde in ieder geval door de telefoon van iemand die in haar eentje de hele groep moest begeleiden en niet weg kon om zelf de persoon naar huis te brengen die ze zo snel mogelijk weg wilde hebben uit het gebouw.
Opeens realiseerde ik me dat mijn zweverige gevoel in mijn hoofd te maken kon hebben met mijn afstemming op n ambtenarenapparaat die zelf ook “zweverig” is, die los van de werkelijkheid staat. Beslissingen worden genomen vanuit een papieren werkelijkheid en het duurt letterlijk weken voordat de betreffende ambtenaar op de feitelijke situatie reageert, meestal pas na ingrijpen door een mens van vlees en bloed op de werkvloer. In dit digitale tijdperk is het wellicht beter om te spreken van een virtual reality. De discrepantie tussen de papieren werkelijkheid van bestuurders en managers enerzijds en de praktische realiteit van mensen op de werkvloer anderzijds is iets waar ik als wetenschappelijk medewerker 20 jaar geleden ook al melding van maakte in mijn onderzoek naar het effect van beleid in de praktijk. Steeds opnieuw registreerde ik hoe de mensen in de uitvoer klaagden over bureaucratie en hoe de beslissingen van bestuurders in de bovenlaag van hun organisatie liet blijken dat er weinig begrip was voor het werk waar zij in de praktijk mee te maken hadden. In de loop van de tijd ben ik zelf “afgezakt” van onderzoeker naar dit uitvoerende niveau en ervaar ik zelf aan den lijve hoe dat gaat. Ik prijs mezelf nu echter gelukkig dat ik op dit “lage” niveau tussen mensen zit met een warm hart waar ik meer spiritualiteit, mindfulness, compassie, zingeving en logisch gezond verstand tegen kom dan tussen die bestuurlijke avatars in hun virtual reality.